Deze cursus is herzien per augustus 2022
Handhaving is een belangrijk instrument voor de verwerkelijking van overheidsbeleid. Met handhaving dwingt de overheid normconform gedrag af. Er wordt regelmatig geprocedeerd over de rechtmatigheid van handhavingsbesluiten en de bestuursrechtjurist wordt daarom geconfronteerd met een constante stroom van jurisprudentie over dit onderwerp. Er zijn twee hoofdvormen van bestuurlijke handhaving: herstelsancties en bestraffende sancties. In dit nascholingsprogramma komen de twee belangrijkste vormen van bestuurlijke herstelsancties aan de orde: de last onder bestuursdwang en de last onder dwangsom. Beide herstelsancties zijn wettelijk geregeld in titel 5.3 van de Algemene wet bestuursrecht.
Deze juridische nascholing belicht de volgende onderwerpen:
- Blok A Algemene aspecten van handhaving
- Blok B Last onder bestuursdwang en last onder dwangsom
In Blok A worden onder andere definitiebepalingen, de relatie tussen verschillende vormen van handhaving en (de grenzen van) de beginselplicht tot handhaving besproken.
In Blok B wordt onder andere ingegaan op de inhoud van de bestuursdwang- en de dwangsombeslissing, de tenuitvoerlegging van de last onder bestuursdwang en het kostenverhaal.
Nadere bespreking van andere (herstel)sancties dan de last onder bestuursdwang en de last onder dwangsom – zo is bijvoorbeeld de intrekking van een vergunning in beginsel eveneens een herstelsanctie – valt buiten de reikwijdte van dit nascholingsprogramma. In A2 wordt evenwel kort ingegaan op de verhouding tussen de last onder bestuursdwang/last onder dwangsom en de bestuurlijke boete.
Leerdoelen
Na afloop van deze juridische nascholing:
- kunt u, mede aan de hand van (recente) jurisprudentie, beoordelen tegen wie het bestuursorgaan handhavend kan optreden;
- kent u de jurisprudentie waarmee u kunt bepalen in welke gevallen een bestuursorgaan al dan niet verplicht is tot handhavend optreden over te gaan;
- kunt u beoordelen of een handhavingsbesluit aan de procedurele vereisten voldoet;
- weet u op welke wijze u zich in rechte kunt verzetten tegen een handhavingsbesluit dan wel tegen een besluit om niet handhavend op te treden.