Deze cursus is herzien per november 2023
De Hoge Raad heeft de afgelopen jaren de aandacht intensief gericht op het materiële strafrecht. Ons hoogste rechtscollege heeft getracht het belangrijke onderscheid tussen diverse leerstukken terug te brengen, waaronder opzet en schuld. De reden voor deze exercitie is gelegen in het feit dat de feitenrechters gaandeweg te gemakkelijk de zwaardere variant (opzet i.p.v. schuld, roekeloosheid i.p.v. ‘gewone’ culpa, moord i.p.v. doodslag) bewezen achtten. Zo leidde het bewust nemen van risico’s niet zelden tot de aanname van (voorwaardelijk) opzet en was een korte tijdsspanne tussen besluit en uitvoering reeds voldoende voor het aannemen van voorbedachte raad. Daardoor vervaagde het onderscheidende karakter van de zwaardere varianten, terwijl er voor de verdachte qua strafmaximum natuurlijk zeer veel op het spel stond.
Voor advocaten heeft deze hernieuwde aandacht voor het materiële recht twee belangrijke met elkaar samenhangende gevolgen:
- de complexiteit van de leerstukken en onderwerpen is vergroot door subtiele onderlinge verschillen;
- door die subtiele verschillen en de strengere uitleg van de Hoge Raad zijn er logischerwijs aanzienlijk meer mogelijkheden voor de verdediging om succesvol verweer te voeren.
In deze cursus zullen alle relevante aspecten van opzet en schuld op grondige wijze de revue passeren. Daarbij komen onder meer aan bod de juridische criteria, de toepassing daarvan in moeilijke gevallen en – in het verlengde daarvan – de mogelijkheid tot het voeren van goed onderbouwde verweren. De cursus is casuïstisch van opzet. De belangrijke onderwerpen worden vergezeld van aan de praktijk ontleende casusposities, zodat u direct uw kennis kan toetsten en u wordt uitgedaagd over de betreffende situatie na te denken. Hoewel strikt genomen geen bijzondere opzetvorm, wordt in de cursus ook aandacht besteed aan het strafverzwarende bestanddeel ‘voorbedachte raad’, nu dit niet alleen sterke verwantschap vertoont met opzet, maar ook grote praktische relevantie heeft.
Deze juridische nascholing is in de volgende twee blokken opgedeeld:
- Blok A: Opzet
- Blok B: Schuld (inclusief de roekeloosheid)
Leerdoelen
Na het doorlopen van deze juridische nascholing:
- bent u bekend met de (jurisprudentiële) vereisten voor opzet en schuld (m.n. culpa);
- beheerst u het belangrijke leerstuk van het voorwaardelijk opzet;
- bent u op de hoogte van het subtiele verschil tussen de bovengrens van culpa en de ondergrens van opzet;
- kunt u met betrekking tot de leerstukken voorwaardelijk opzet, culpa en roekeloosheid goede verweren voeren;
- kent u de criteria en mogelijke contra-indicaties voor voorbedachte raad.