Het recht om vrij te kunnen reizen binnen de EU is van toepassing op alle burgers afkomstig uit een lidstaat van de EU, maar ook op onderdanen van lidstaten die onderdeel uitmaken van de Europese Economische Ruimte, namelijk Liechtenstein, Noorwegen en IJsland en Zwitserland.
De bepalingen in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) die het vrij verkeer van personen garanderen, waren lange tijd alleen gericht op economisch actieve personen. Sinds de introductie van het Unieburgerschap in het Verdrag van Maastricht (1992) is daar verandering in gekomen. Het personenverkeer omvat nu meer dan het verkeer in het kader van de marktvrijheden, namelijk ook dat van niet-economisch actieve Unieburgers. Elke onderdaan van een lidstaat is automatisch een Unieburger. Dit Unieburgerschap ondersteunt het recht van personen om zich vrij te verplaatsen en vrij te verblijven op het grondgebied van de lidstaten.
Deze cursus is bedoeld voor de advocaat die op zoek is naar kennis en overzicht rond de rechten en plichten van Unieburgers en hun familieleden ten aanzien van hun verblijf in een lidstaat, hun socialezekerheidsrechten en de (on)mogelijkheden voor de lidstaat om het verblijf te beƫindigen (inclusief de strafrechtelijke gevolgen). Nu het Unierecht verschillende juridische grondslagen kent voor het verblijf van Unieburgers en hun familieleden en op basis van rechtspraak van het Hof van Justitie van de EU verdere invulling is gegeven, wordt deze lastige materie in de cursus helder op een rij gezet. Ook zal aandacht worden besteed aan de nationale rechtspraak met betrekking tot het verblijf van de Unieburgers en hun familieleden in Nederland op het terrein van het vreemdelingenrecht, socialezekerheidsrecht en strafrecht.
Deze juridische nascholing bestaat uit de volgende blokken:
- Blok A Unieburgers: juridische grondslagen
- Blok B Richtlijn 2004/38/EG (vrij verkeer van Unieburger en zijn familieleden)
- Blok C Artikel 20 VWEU
- Blok D Artikel 21 VWEU
Leerdoelen
Na afloop van deze juridische nascholing:
- heeft u inzicht in de rechten en plichten van Unieburgers en hun familieleden rond hun verblijf en socialezekerheidsrechten;
- heeft u kennis en inzicht in de mogelijkheid van de lidstaat om het verblijf van de Unieburgers en hun familieleden te beƫindigen;
- heeft u kennis en inzicht rond de strafrechtelijke mogelijkheden van de Staat tegen Unieburgers en hun familieleden;
- bent u op de hoogte van de meest recente relevante jurisprudentie rond Unieburgers en hun familieleden.